Reddingshond

Als reddingshond blijf je altijd in training. Bij een zoekopdracht neemt de hond het voortouw hij heeft immers het geurbeeld. Als geleider is het belangrijk jouw hond ruimte te geven en hem niet in verwarring te brengen door hem een kant op te sturen. Wel is het belangrijk dat je kunt zien wat jouw hond doet en welke signalen hij/zij geeft.

Welke hond is geschikt

In feite is elke hond die het leuk vindt om een taak uit te voeren geschikt als reddingshond. Toch zijn er een aantal eigenschappen belangrijk: zowel lichamelijk als geestelijk. Deze eigenschappen hebben niet alleen effect op de veiligheid van de hond, maar ook op het succes van zijn missie. Rassen die voor het uitvoeren van een specifieke taak gefokt zijn, zoals herders en retrievers, zullen de taken van een reddingshond gemakkelijk oppikken. Hun specifieke raskenmerken zijn namelijk toegespitst op zelfstandigheid, het volbrengen van een taak en de baas gelukkig maken. Eén van de belangrijkste pijlers bij het trainen van reddingshonden, is discipline en gehoorzaamheid. De honden kunnen hun taak enkel goed doen als ze de menselijke instructies volgen. ‘Zit’, ‘blijf’, ‘kom’, ‘loop’ zijn instructies die de honden gewoon moeten zijn op te volgen, zodat hun baasjes op hun honden kunnen rekenen wanneer het nodig is. Niet enkel sporthonden moeten behendig zijn, dit is ook een vereiste voor reddingshonden. Deze moeten lichamelijk getraind worden, dit door de hond normale tot zware taken te laten uitvoeren. Zo kan een reddingshond vele hindernissen overwinnen in noodsituaties. het appél vele malen strakker dan in normale gehoorzaamheid, en de hindernistraining gaat juist niet op snelheid maar op totale beheersing en rust en aandacht voor de baas.

Hoe werkt een reddingshond

Reddingshonden zijn speciaal opgeleid om een menselijk team te assisteren bij calamiteiten en vermissingszaken. In Nederland zijn de meeste van deze honden initiatief van vrijwilligers. Een hond ruikt zoveel beter dan de mens, dat zijn reukgedeelte in de hersenen wel vier keer zo groot is als dat van ons! Elk mens verliest duizenden kleine stukjes van zijn/haar lichaam elke minuut verlaten dat zijn er ongeveer 40.000 stuks. Dit kan bestaan ​​uit huidcellen, hygiëneproducten, haren, bacteriën, schimmels, parasieten, zweet, hormonen, speeksel, enzymen, enz. Ze zijn uniek voor elk individueel mens. Zelfs huiddeeltjes van identieke tweelingen zijn anders. Honden kunnen deze deeltjes ruiken en onderscheid maken tussen verschillende mensen. Sommige huiddeeltjes zijn lichter en kunnen gemakkelijk worden gedragen door luchtstromen. Anderen zijn zwaarder dan lucht, vallen op de vegetatie of vallen op de grond.

Hiernaast kunnen honden uitstekend zien in het donker. Ook kunnen ze bewegende dingen al vanaf grote afstand zien. Maar het gehoor van de hond is minstens zo indrukwekkend. Het oor kan hogere geluiden, dan dat van ons, opvangen en van verder weg. Hiernaast kan de hond zijn oor naar de richting van het geluid draaien, zodat hij perfect kan uitzoeken waar het vandaan komt. 

In werkmodus gebruikt de reddingshond vooral zijn neus, lees het onderwerp “De neus” om hier meer over te weten te komen.

Bij het slachtoffer leren wij de speurende honden om op locatie te blaffen, wanneer ze iets gevonden hebben. De geleider en buddy kunnen het geluid volgen naar het slachtoffer toe en wordt dan bij aankomst beloond. De buddy helpt op dat moment het slachtoffer.

Wat heeft een reddingshond allemaal nodig.

Water : Dit vocht is nodig om de geur beter waar te nemen.

Tijdens het speuren verdampt dit vocht, soms zie je zelfs vocht uit de neus druppelen. De hond verliest dus veel vocht. Daarnaast wordt het hondenlichaam een stuk warmer tijdens het speuren, de hond moet  deze warmte zien kwijt te raken en zal dus gaan hijgen. Hiervoor moet de bek (met name de tong) vochtig gehouden worden, want verdamping zorgt immers voor koeling.  Kortom: de hond heeft water nodig tijdens het speurwerk. Geef na iedere speuropdracht water. En bij langdurige speuropdrachten geef je ook tussentijds water.

Je hoeft niet iedere keer liters water te schenken, beter is om je hond een aantal goede slokken te laten drinken zodat hij geen volle waterbuik krijgt. Na de laatste speuropdracht krijgt je hond natuurlijk wel zoveel water als hij wil. Hij moet zorgen dat hij zijn vochtreserves goed kan aanvullen.

Signalen van de hond

Honden communiceren non-stop met hun omgeving. Zij zenden constant signalen uit die informatie geven over hun gesteldheid. Zij doen dit voornamelijk via lichaamstaal. De lichaamstaal van een hond omvat de stand van elk lichaamsdeel. Zowel afzonderlijk, als in het geheel genomen. Zowel in stilstand, als in beweging. Vanaf het puntje van een hondenneus, tot aan het uiterste topje van de staart en vanaf de tenen tot aan de oren. Zelfs de haren van honden kunnen signalen afgeven. Wanneer je als mens de beste begeleiding aan jouw hond wilt kunnen geven, dan is het belangrijk dat je inzicht krijgt in de communicatievormen van jouw hond en die van honden in het algemeen. Het leren begrijpen en lezen van honden, kan miscommunicatie en eventuele escalatie, voorkomen.